Mensenrechten in gevaar door bezuinigingen
De minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp heeft aangekondigd het budget voor het maatschappelijk middenveld met meer dan 70 procent te verminderen.
Mensenrechten staan wereldwijd onder druk en met deze mokerslag wordt het werk van activisten nog moeilijker. Nederland is al jaar en dag een belangrijke steunpilaar voor mensen die hun leven op het spel zetten voor een betere wereld. Hun werk dreigt zonder deze steun in gevaar te komen.
Het versterken van moedige activisten en hun organisaties is al lange tijd een prioriteit in het Nederlands buitenlandbeleid. En daarbij maakten eerdere kabinetten belangrijke keuzes, door beleid bijvoorbeeld te richten op LHBTIQ+ personen en de seksuele rechten van meisjes en jonge vrouwen. Door te snijden in de financiering van dit werk, zijn we terug bij een ouderwetse vorm van ontwikkelingshulp die meer is gericht op het plakken van pleisters op wonden dan op het bereiken van echte verandering in veerkrachtige samenlevingen.
Impact van Nederlandse investeringen
Recent presenteerde het Guttmacher Instituut het rapport ‘Just the Numbers’. Dit onderzoek brengt in kaart welke resultaten er geboekt zijn met Nederlandse investeringen in seksuele en reproductieve gezondheid. In 2024 krijgen bijvoorbeeld 8,5 miljoen mensen toegang tot moderne anticonceptie, worden 2,6 miljoen onbedoelde zwangerschappen voorkomen en worden meer dan 930.000 onveilige abortussen voorkomen.
Uit berekeningen blijkt ook dat voor elke bezuiniging van 10 miljoen euro, er 273.000 meer ongeplande zwangerschappen zijn en 290 vrouwen overlijden tijdens een bevalling.
Aanvullende eisen
In de brief van de minister wordt duidelijk gesteld dat de focus voornamelijk op dienstverlenging komt te liggen, en dat pleitbezorging niet meer wordt gefinancierd. Hoewel de minister lokaal eigenaarschap belangrijk zegt te vinden, schrijft zij dus al wel voor welk werk lokale organisaties niet meer kunnen uitvoeren. De onderbouwing van deze keuzes ontbreekt. Daarbovenop komt de eist dat organisaties 50 procent van hun inkomsten ergens anders vandaan moeten halen om in aanmerking te komen voor mogelijke steun. Zo sluit de minister veel organisaties uit die juist werken aan thema’s waar niemand zich aan durft te branden.
Dat raakt vooral organisaties die geleid worden door gemarginaliseerde groepen. Zij spelen een cruciale rol in het oproepen tot en bewerkstelligen van verandering en zijn nou eenmaal afhankelijk van internationale financiering. Als je als LHBTIQ+ persoon je leven niet zeker kunt zijn omdat homoseksualiteit in jouw land verboden is, moet je kunnen rekenen op internationale steun. Op dit moment is Nederland een van de weinige landen die durft te investeren in LHBTIQ+ rechten, ook op de meest moeilijke plekken. Maar met deze keuze laat Nederland de meest kwetsbare en gemarginaliseerde groepen aan hun lot over.
We roepen de Tweede Kamer op om zich hard uit te spreken tegen deze – gebrekkig onderbouwde – bezuinigingen. Ook vragen we de Minister om een uitzondering te maken op de eerder genoemde 50% regel voor organisaties in het Globale Zuiden. We begrijpen de wens dat organisaties zelfredzaam zijn, maar deze maatstaf is een onrealistische eis aan de kleine organisaties die opkomen voor de meest kwetsbare groepen in de wereld.