Food Change Lab: begin van een duurzame voedselvoorziening
Fort Portal ligt in een zeer vruchtbaar gebied in Oeganda. Maar een groot deel van de oogst verlaat de regio en gaat naar de hoofdstad en omliggende landen. Wat in de regio overblijft, is niet genoeg om gezond en gevarieerd eten van op tafel te zetten. Ongeveer één op de drie kinderen loopt belangrijke bouwstoffen mis. Hivos zette een Food Change Lab op, om daar met lokale mensen verandering in te brengen.
Felia Boerwinkel coördineert de Food Change Labs. “Mensen leven hier vooral van koolhydraatrijk eten als rijst en matoke (een type banaan). Dat vult wel, maar het is weinig voedzaam en dat leidt tot gezondheidsproblemen en ontwikkelingsachterstand bij kinderen. Veel gezinnen kunnen nauwelijks rondkomen en moeten dus kiezen: óf we eten gezond, óf de kinderen gaan naar school.”
Geen standaardoplossingen
Samen met het Britse onderzoeksinstituut IIED heeft Hivos een programma gelanceerd om wereldwijd duurzaam voedsel te promoten: gezond, gevarieerd, milieuvriendelijk en betaalbaar – met respect voor lokale tradities. Een visie die vraagt om veranderingen op alle niveaus. In Oeganda werken we dit uit met het Kabarole Research and Resource Center (KRC). “Met de Food Change Labs willen we echte vernieuwing mogelijk maken, zonder met aannames of standaardoplossingen te komen. We laten mensen zelf het probleem verkennen. En we doen kleine experimenten om te kijken of boeren bijvoorbeeld zelf hun koffiebonen kunnen malen, in plaats van ze onbewerkt te verkopen. Zo voegen ze lokaal waarde toe.”
Voedselvoorziening als kern
In april organiseerde het Food Change Lab in Fort Portal The People’s Summit on Food . “De centrale vraag was: hoe zorgen we dat de snel groeiende stad niet alleen focust op de bouw van huizen en wegen, maar duurzame voedselvoorziening als kern opneemt in haar planning?” vertelt Felia. Deelnemers aan de conferentie, van boeren en straatventers tot bewindslieden en kerkelijk leiders, hebben hierover afspraken gemaakt. “We zijn nu hard aan het lobbyen om daarmee ook op nationaal niveau door te dringen, in de hoofdstad Kampala.”