Oproep: Maak van de Food Systems Summit een ambitieuze en inclusieve top
Volgend jaar staat er eindelijk een VN-top op de agenda over voedsel: de Food Systems Summit. De bijeenkomst dreigt echter niet te leveren wat er van wordt verwacht. Hivos roept daarom samen met andere organisaties, Minister Kaag op aan te dringen op een ambitieuze, inclusieve top waar harde afspraken worden gemaakt over de toekomst van ons voedsel.
In 2021 is het zo ver: dan wordt er op het hoogste politieke niveau een VN-top georganiseerd over voedsel. Eerder dit jaar maakte VN-baas António Guterres bekend dat hij volgend jaar wereldleiders bijeenroept om oplossingen te zoeken voor het voedselvraagstuk en de samenhang die voedsel heeft met andere grote uitdagingen van deze tijd. De klimaatcrisis, biodiversiteitsverlies, ontbossing, mondiale ongelijkheid, pandemieën als Covid-19, ondervoeding, obesitas en volksgezondheid: het komt allemaal samen in ons voedselsysteem.
Dat voedsel nu zo hoog op de politieke agenda staat is goed nieuws. Coherent voedselbeleid kan en moet een belangrijke rol spelen in het aanpakken van deze problemen. Dit vergt de aandacht van wereldleiders, zodoende is het de hoogste tijd dat ze daartoe samenkomen. De top, zo belooft de organisatie, zal oplossingsgericht zijn, en een echte ‘people’s summit’. Ondanks deze mooie woorden en een groeiend politiek besef dat daadkrachtig beleid nodig is om de grote mondiale uitdagingen het hoofd te bieden, is er grote reden tot zorg dat de top niet zal leveren wat er van verwacht wordt.
Wie doet er mee?
Van de beloofde inclusiviteit wordt vooralsnog te weinig werk gemaakt: het is onduidelijk hoe het maatschappelijk middenveld de agenda en uitkomsten van de politieke top mede kunnen bepalen. We weten inmiddels dat een open invite niet voldoende is om maatschappelijke partijen een gelijke stem aan tafel te geven – dat vereist strakke procesplanning en een grote mate aan transparantie. Dat dit geen rocket science is, laat het democratisch legitieme VN-platform rondom voedselbesluitvorming, de Committee on World Food Security (CFS) in Rome zien. Hierin kunnen zowel maatschappelijke organisaties als het bedrijfsleven via zelfgeorganiseerde inspraakorganen voedselbeleid mede vormgeven.
“Het risico dat de top zal eindigen in een papieren tijger is groot.”
Toch geven de organisatoren van de Summit geen rol van betekenis aan dit Committee. Zonder de deelname van groepen die het meest te maken hebben met, en dus ervaringsdeskundigen zijn op het gebied van honger, armoede en klimaatverandering, is het risico dat de top zal eindigen in een papieren tijger, groot. ‘Nothing about us without us’: zonder volwaardige deelname van kleinschalige boeren, rurale gemeenschappen, inheemse volken, vrouwen- en consumentenorganisaties uit het mondiale zuiden aan belangrijke VN-toppen, blijven ronkende slogans als ‘Leave no-one behind’ holle frasen.
Toenemende invloed van multinationals op de VN-voedselagenda
Formeel ligt de organisatie van de top volgend jaar in handen van verschillende VN-organisaties, met de Wereldvoedselorganisatie (FAO) als coördinerende partij. De structuur, opzet en richting van de top zijn echter sterk beïnvloed door het internationale bedrijfsleven. De door de VN aangestelde kwartiermaker van de top, Agnes Kalibata, is hoogste baas van de Alliance for a Green Revolution in Africa (AGRA). Deze met veel westers ontwikkelingsgeld gefinancierde organisatie heeft in de afgelopen jaren zonder aantoonbaar resultaat geprobeerd de productie van de Afrikaanse (export georiënteerde) landbouw te verhogen door boeren afhankelijk te maken van Westerse pesticiden, kunstmest en hybride zaden. De recent door de FAO ondertekende intentie tot samenwerking met CropLife International, koepelorganisatie van pesticideproducenten, holt het vertrouwen in eerlijke en inclusieve voedsel- en landbouwbesluitvorming verder uit.
Deze intieme samenwerking tussen de VN en vertegenwoordigers van de agro-industrie doet een hele andere agenda vermoeden dan het vinden van oplossingen voor de voedselproblemen van deze eeuw; de meeste kleinschalige boeren en consumenten in ontwikkelingslanden zijn allerminst gebaat bij de opschaling van productie van exportgewassen bestemd voor de internationale markt. Om honger en slechte voeding aan te pakken en werkgelegenheid te stimuleren, hebben zij vooral belang bij de ontwikkeling van lokale markten voor divers en gezond voedsel, een onderbelicht onderwerp op de internationale voedselagenda.
Ambitieuze en bindende afspraken maken
Het feit dat de huidige opzet van deze top geen duidelijkheid geeft over hoe ambities en afspraken door lidstaten moeten worden nagekomen, en hoe daarop kan worden toegezien, is een laatste reden voor twijfel over de potentiële impact ervan. Hoewel de top geframed wordt in het kader van de SDGs – vrijwel alle ontwikkelingsdoelstellingen kunnen gelinkt worden aan duurzame voedselsystemen – wordt de top niet direct ondersteund door een bestaand internationaal verdrag, zoals bijvoorbeeld bij klimaatverandering het geval is.
“De tijd van tot niets verplichtende internationale bijeenkomsten is wat ons betreft voorbij.”
Dit vergroot het risico dat wereldleiders volgend jaar gezellig, al dan niet digitaal, met elkaar over voedselsystemen gaan praten om vervolgens onverrichter zake huiswaarts te keren. De tijd van tot niets verplichtende internationale bijeenkomsten is wat ons betreft voorbij: om mondiale uitdagingen aan te gaan moet er sneller en daadkrachtiger dan ooit gehandeld worden door de internationale gemeenschap. Door de vrijblijvende institutionele structuur lijkt de Food Systems Summit niet meer dan een agenda setting bijeenkomst te gaan worden.
Gouden kans voor Minister Kaag
Met haar lange ervaring bij de VN heeft Minister Kaag, die vandaag de aftrap geeft voor een voorbereidende online conferentie die de weg naar de grote top vanuit Nederland verder bereidt, een gouden kans om de koers van de Summit te verleggen. Tijdens de conferentie georganiseerd door de Wageningen Universiteit, het World Economic Forum en anderen, kan zij aandringen op een ambitieuze Summit die harde afspraken maakt over de toekomst van ons voedsel. Door te benadrukken dat de Summit alleen kan slagen als gemarginaliseerde groepen in ontwikkelingslanden die het hardst worden geraakt door de crises – honger, klimaatverandering, pandemieën – een stem krijgen, kan ze laten zien dat ‘leaving no-one behind’ ook in dit proces centraal moet staan.
Om de Summit in 2021 onderdeel te laten zijn van haar ambitieuze SDG-agenda, kan ze bovendien enkele suggesties meegeven aan de aanwezigen: Veranker de vermindering van broeikasgasuitstoot van de landbouwsector in de VN-klimaatconventie. Zorg dat ontbossing voor vlees, soja, en palmolie een halt wordt toegeroepen door afspraken over biodiversiteit serieus te nemen. Maak gezond voedsel betaalbaar en beschikbaar via bindende afspraken op landenniveau. Tenslotte is het van groot belang de spelregels van internationale samenwerking helder te houden – bedrijven zullen zich aan bestaande VN-richtlijnen over het recht op voedsel moeten gaan houden. Pas dan verdienen ze een plaats aan tafel.
Binnen de AgriProFocus Food Security Policy Coalition werken Oxfam Novib, ICCO, Hivos, SNV en andere partners samen aan belangenbehartiging en beleidsvoeding richting ministeries en besluitvormers, met als doel de impact op voedsel- en voedingszekerheid in lage en middeninkomens landen te verhogen en daarmee bij te dragen aan het behalen van SDG2.