Wordt u straks obees of ondervoed?
Drie kwart van alle gewassen die boeren honderd jaar geleden teelden zijn verdwenen. Als het aan de voedselindustrie ligt, blijven slechts de populairste twaalf over. Maar zo efficiënt en winstgevend als uniformiteit is voor multinationals, zo schadelijk is het voor ons. Want als we niet uitkijken, zijn we straks allemaal ondervoed of obees.
Monocultuur is het verbouwen van één gewas op een zo groot mogelijk stuk grond. Dat is om allerlei redenen rendabel; er kan bijvoorbeeld gewerkt worden met grote machines en kosten voor transport, pesticides en kunstmest gaan omlaag. Mede dankzij monocultuur is de honger in de wereld afgenomen. In 2000 was een op de drie kinderen in ontwikkelingslanden ondervoed, nu is dat nog een op de vier. Echter: twee miljard mensen zijn te dik geworden, twee miljard anderen zijn te dun. Met andere woorden: vier miljard mensen krijgen niet de juiste voedingsstoffen binnen.
Eenzijdig en ongezond
Onze voedselbasis -dat wat we vaak eten- is de afgelopen decennia snel smaller geworden. De helft van de calorieën die wij mensen binnen krijgen, komen uit slechts drie gewassen: tarwe, maïs en rijst. Herkent u zich niet in dit gemiddelde? Dat komt doordat mensen in arme landen veel eenzijdiger eten dan wij. Zo zijn in Zambia twee op de vijf kinderen ondervoed doordat zij vrijwel alleen maar maïs te eten krijgen.
Maïs wordt in Zambia op enorme schaal verbouwd, is daardoor goedkoop en wordt dus vaak gegeten. De overheid stimuleert de maïsproductie met hoge subsidies, waardoor traditionele gewassen zoals gierst en sorghum veel minder verbouwd worden. Dat is jammer, want deze gewassen zijn minder gevoelig voor klimaatverandering en bevatten meer voedingsstoffen dan maïs.
Fastfood, snel geld
Het Zambiaanse voorbeeld is meer regel dan uitzondering. Zo wordt in Brazilië en Bolivia de monoteelt van soja gepromoot, hetgeen ten koste gaat van enorme stukken regenwoud en –ook hier- lokale gewassen. In tegenstelling tot mais wordt soja echter niet door mensen, maar dieren gegeten. Soja wordt vooral gebruikt als veevoer.
Vlees is, samen met suiker en vet het favoriete voedsel van de industrie. Het is buitengewoon winstgevend en mensen raken er gemakkelijk verslaafd aan, met alle gevolgen voor hun gezondheid. Enkele grote multinationals doen dan ook hun stinkende best om hamburgers en kipnuggets ook buiten de westerse wereld populair te maken. Daarin slagen zij helaas met vlag en wimpel. Steeds meer landbouwgrond is nodig om in de toenemende behoefte te voorzien. Dat is dus landbouwgrond die sommige mensen berooft van voedzaam eten en andere mensen dik maakt.
Wat nu?
Om te voorkomen dat we allemaal obees of ondervoed raken en er nog maar twaalf gewassen over zijn die we eten, moet niet uniformiteit, maar diversiteit het toverwoord worden in ons voedselsysteem. Overheden, neem bijvoorbeeld de Zambiaanse of de Braziliaanse, dragen daarin een zware verantwoordelijkheid. Samen met lokale partners oefent Hivos druk uit op landen om te stoppen met het promoten van eenzijdige landbouw. Ook pleiten we er bij multinationals zelf voor dat het anders moet. We werken met bedrijven, gemeentes en maatschappelijke organisatiessamen die zich zorgen maken over de uiteindelijke gevolgen van het verdwijnen van diversiteit. Samen met hen werken we aan een gezondere toekomst.
Tenslotte vragen we u om mee te doen. Om te kiezen voor een gezond dieet van diverse en duurzame producten. Voor uw gezondheid, die van uw kinderen en die van de mensen die leven rondom de soja- en maisvelden van deze wereld.
Lees meer over ons programma ‘Sustainable Diets for All’ op onze website.