Werk en inkomen voor LHBTIQ+’ers wereldwijd
Wereldwijd is een onevenredig groot aantal LHBTIQ+ mensen arm, werkloos en economisch achtergesteld. Hivos wil hier verandering in brengen. Dit jaar zijn we daarom gestart met het vijfjarige programma ‘Free to be Me’. Samen met lokale organisaties uit veertien landen in Afrika, het Midden-Oosten en Azië werken we aan het verbeteren van de sociaaleconomische rechten van de LHBTIQ+ gemeenschap.
Bijna overal ter wereld krijgen lesbiennes, homo’s, biseksuelen en transgender, intersekse en queer personen (LHBTIQ+) in meer of mindere mate te maken met discriminatie, geweld en stigmatisering. Hierdoor kunnen zij moeilijker een baan krijgen en houden en een goede economische positie opbouwen. “Toen ik uit de kast kwam, werd ik door mijn vorige werkgever ontslagen”, vertelt Andrew Maina, Hivos-projectmedewerker in Kenia, één van de landen waar we met ‘Free to be Me’ actief zijn.
“Ik leidde een dubbelleven: ik woonde ver van mijn werk en deed alsof ik een vriendin had.”
“Ik heb mijn identiteit bij die organisatie lang geheim moeten houden, waardoor ik een dubbelleven leidde: ik woonde ver van mijn werk en deed alsof ik een vriendin had.” ‘Free to be Me’ is het eerste programma in zijn soort dat zich richt op het verbeteren van de sociaaleconomische positie van de LHBTIQ+ gemeenschap. Het programma steunt lokale organisaties uit de deelnemende landen bij het beïnvloeden van de publieke opinie, het tot stand brengen van (juridische) beleidswijzigingen en het lobbyen voor betere sociaaleconomische rechten.
Geen baan, geen huis
Dat verandering nodig is, blijkt uit de verhalen van Andrew. “Homoseksualiteit is in Kenia bij wet verboden en wordt over het algemeen gezien als iets slechts”, vertelt hij. “De media en invloedrijke mensen als overheidsfunctionarissen en religieuze leiders creëren negatieve verhalen rond mensen met seksuele voorkeuren of een genderidentiteit die niet binnen het heteronormatieve plaatje past. Dit zorgt ervoor dat de publieke opinie zich tegen deze groepen keert en dat zij te maken krijgen met uitsluiting en geweld. Denk aan verkrachting van lesbiennes en mensen die verstoten worden door hun familie en gemeenschappen. In Afrika is de gemeenschap waar je bij hoort ontzettend belangrijk, die is erg hecht en biedt veel steun. Als je daaruit verbannen wordt, is dat een van de ergste dingen die je kan overkomen.”
“Zonder baan hebben ze geen geld voor de huur. En al hebben ze geld, dan krijgen ze vaak geen huis omdat de verhuurder hen discrimineert.”
Ook in Kenia is economische ontwikkeling lastig voor LHBTIQ+ personen. Door discriminatie komen mensen moeilijker aan een baan en worden ze sneller ontslagen, waardoor ze vaak dakloos raken. “Zonder baan hebben ze geen geld voor de huur. En al hebben ze geld, dan krijgen ze vaak geen huis omdat de verhuurder hen discrimineert.” Andrew heeft ook vaak moeten verhuizen omdat buren hem niet accepteerden voor wie hij is. “Ik woon nu met mijn vriend in een betrekkelijk veilige omgeving omdat ik een baan heb en me dat kan veroorloven. Hoewel buren ons wel anders behandelen, tolereren ze ons. En we kunnen verhuizen als dat nodig is. Maar wij zijn bevoorrecht. Mensen in de sloppenwijken of in vluchtelingenkampen kunnen nergens heen en voelen zich constant onveilig.”
Zondebokken in Libanon
Een ander land waar Hivos het programma ‘Free to be Me’ uitvoert is Libanon, waar homo- en transfobie veel voorkomt. Hoewel er goed georganiseerde LHBTIQ+ organisaties zijn die veel hebben bereikt, heeft de huidige economische crisis een negatieve invloed op de acceptatie van seksuele- en genderdiversiteit. “We hebben sinds twee jaar te maken met een complete instorting van onze economie”, vertelt Rebecca Saab Saade, Hivos-projectmanager in Libanon. “Daarbovenop komt de rampzalige explosie die op 4 augustus 2020 plaatsvond in de haven van Beiroet, waarbij veel doden en gewonden vielen en een groot deel van de binnenstad werd verwoest. Ook van die ramp zijn we nog steeds niet hersteld.”
“In Libanon wordt verwacht dat je steun krijgt van je familie en gemeenschap. Maar als je LHBTIQ+ bent dan ben je daar vaak niet meer welkom.”
Door de economische crisis, de explosie en de uitbraak van Covid-19 zijn er in Libanon zorgen over voedsel bij 75 procent van de Syrische vluchtelingen, 63 procent van de Palestijnen en vijftig procent van de Libanese bevolking. Rebecca: “Een maatschappij in crisis zoekt zondebokken. Hoewel er geen cijfers zijn, is de agressie tegen LHBTIQ+ personen flink toegenomen. Daarnaast spelen er nog andere problemen. Zo is er door de crisis een tekort aan medicatie ontstaan, waardoor we verwachten dat transgender personen moeilijker aan hormonen kunnen komen. Ook hebben veel mensen hun huis verloren. In Libanon is geen sociaal vangnet, er wordt verwacht dat je steun krijgt van je familie en gemeenschap. Maar als je LHBTIQ+ bent dan ben je daar vaak niet meer welkom. En als dat wel zo is, moet je je volledig aanpassen en kun je niet meer jezelf zijn.”
Organisaties bepalen hun eigen agenda
‘Free to be Me’ helpt lokale LHBTIQ+ organisaties zich te organiseren in zogenaamde ‘Communities of Action’. Hierbinnen kunnen zij samen plannen ontwikkelen en uitvoeren om op te komen voor hun rechten. Volgens Rebecca laten de moeilijkheden in Libanon goed zien hoe belangrijk deze programma-opzet is. “Mensen die de crisis in ons land zelf niet hebben meegemaakt, kunnen zich moeilijk voorstellen tegen welke problemen deze gemeenschap aanloopt. Daarom is het zo belangrijk dat de organisaties hun eigen agenda kunnen bepalen. Wij zijn er alleen om hen te ondersteunen zodat zij hun werk kunnen doen. Als Hivos leggen we niets op, de projecten komen vanuit de organisaties zelf. Dat betekent ook dat zij de vrijheid en flexibiliteit hebben om tijdig bij te sturen. In landen als Libanon waar niets zeker is en alles steeds weer kan veranderen, is dat absoluut noodzakelijk. Dat vind ik echt de kracht van dit programma.”